Het komt al eens dat mensen schrikken van kristallen in hun (meestal witte) wijn. Een discussie tussen vermeende wijnkenners barst los.
"Weg ermee" zegt Jef, die wijn is slecht. "Niks van" oreert Marc, "de wijn is niet gefilterd".
Helaas heeft geen van beide heeft gelijk.
De vorming in de fles is een puur natuurlijk proces en is in feite niets anders dan een scheikundig verbinding van moleculen in de druif (wijnsteenzuur en kalium).
Deze kristallen (ook wel diamanten genoemd) vormen zich bij aanzienlijke temperatuurschommelingen van de wijn.
Ze zijn het zichtbare bewijs dat de druiven tijdens de oogst in goede conditie waren, de nodige zuren en kalium bevatten en dat de wijn goed rijpt.
De wijnbouwer kan perfect deze kristallen vermijden door de wijn sterk af te koelen maar dit komt de kwaliteit niet echt ten goede.
Kortom, aarzel niet meer, wijnkristallen wijzen op kwaliteit en zijn volstrekt schadeloos!
Gewoon door een beetje voorzichtig te schenken kan je vermijden dat ze in je glas terecht komen. Krijg je er toch binnen, geen nood, het kan heus geen kwaad.